Sleedoornheg / doornloze heg


Sleedoornheg / doornloze heg

Voordat het prikkeldraad werd uitgevonden, zo’n 120 jaar geleden, werden hagen gevlochten als ondoordringbare veekering. Langs het pad aan de rechterzijde staat zo’n vlechtheg.
Julius Caesar beschreef 2000 jaar geleden al deze vlechtheggen, die hij als Romein niet kende, maar hij wel veelvuldig in Keltische en Germaanse streken waarnam.

Er bestaan verschillende typen vlechtheggen. Naast de verschillende technieken om heggen te vlechten, kunnen er verschillende soorten beplanting worden gebruikt.

De eerste vijf meter van de vlechtheg, links van het hekwerk, bestaat uit sleedoorns. Deze sleedoornhaag is niet prettig om te vlechten, met al haar doorns, die voor nare ontstekingen kunnen zorgen. Daarom hebben boeren, en soms zelfs hele landstreken, ervoor gekozen om doornloze vlechtheggen aan te leggen. In de Franse Morvan zijn veel heggen die voornamelijk uit hazelaar bestaan. De sleedoornhaag gaat over in een doornloze haag met hazelaar, kornoelje, eik, iep, es, beuk en haagbeuk. Voor het keren van schapen is een doornheg het beste geschikt.

vlechtheg