Tijdens een feestelijke bijeenkomst op vrijdagmiddag 3 oktober zijn de Friese Wouden (Fryske Wâlden) uitgeroepen tot het nieuwste Icoonlandschap van Nederland. Na uiteenlopende landschappen van Zuid-Limburg tot Texel en van Zeeland tot de Achterhoek, zijn de Friese Wouden het achtste gebied met dit predicaat.
(Ondertiteling beschikbaar.)
De titel Icoonlandschap wordt toegekend door de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC), in samenspraak met lokale partijen die betrokken zijn bij het behoud en de ontwikkeling van het gebied. De onthulling vond plaats op Natuurpark Schaapskooi Zeeland, en was georganiseerd door de VNC in samenwerking met Natuurmonumenten.
Wat is een Icoonlandschap?
Icoonlandschappen zijn gebieden met een bijzondere landschappelijke schoonheid en gaafheid. Deze unieke stukjes cultuurlandschap laten door hun rijke cultuurhistorie zien hoe de geschiedenis van het Nederlandse landschap levend gehouden kan worden. Verschillende partijen zetten zich ervoor in deze gebieden niet alleen te behouden maar ook verder te ontwikkelen. Bovendien zijn Icoonlandschappen ecologisch waardevol omdat er tal van bijzondere planten- en dierensoorten voorkomen.
De Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, die de lat hoog legt bij de keuze voor de Icoonlandschappen, laat door de aanwijzing zien dat er in Nederland nog bijzonder gave landschappen bestaan, die meer waardering en bescherming verdienen om voor de toekomst bewaard te blijven. Tevens kan het predicaat beschouwd worden als een blijk van waardering voor de mensen die bij het gebied betrokken zijn. Er is geen geldprijs of andere consequentie aan de benoeming verbonden.
Over de Friese Wouden
Geschiedenis
Wie aan Friesland denkt, denkt aan ruimte. Een verre horizon met hier en daar boerderijen met hoge daken als verdwaalde schepen. Toch kent Friesland ook Nederlands laatste coulisselandschap van enige omvang, met zo’n 25.000 hectare.
Wie zich in dit landschap onderdompelt kan nergens ver weg kijken. Maar achter ieder weidehek bevindt zich een ‘kijkdoos’ gevormd door groene kamerschermen van elzensingels en houtwallen, in het Fries ‘dykswallen’ genoemd. De bodem en het water zijn sturend geweest in het ontstaan van dit landschap. De elzensingels lagen op de slootkanten in het veniger gebied, de houtwallen op de hogere zandgronden, omdat het grondwater voor sloten als betrouwbare veekering te diep zat. Grond voor de wallen kwam wel uit ontwateringssloten en greppels. Door eeuwen van herhaald ophogen werden zoden gestoken aan de walvoet, waardoor percelen vaak tot aan de voet aflopen.
De mensen vestigden zich op oeverwallen langs veenriviertjes, groeven kanalen voor de ontwatering en afvoer van turf, en gooiden de grond langs de kanalen en vaarten waar lange lintbebouwingsdorpen ontstonden. Het veen achter de boerenhuizen werd in langgerekte smalle strips ontgonnen en aanvankelijk voornamelijk als graanakkers gebruikt. Maar doordat de veengrond inklonk, werd het te nat en te zuur voor graan en ontstonden weilanden en hooilanden gekoppeld aan veeteelt. Op de kruispunten van de wallen werden drinkpoelen gegraven waardoor het vee vanuit vier percelen uit dezelfde poel kon drinken. Deze poelen zijn niet te verwarren met de talrijke pingoruïnes die veel groter, dieper en ouder zijn.
Pingoruïnes
Pingoruïnes zijn ontstaan in de voorlaatste ijstijd toen de bodem bestond uit permafrost. Waar het grondwater door scheuren omhooglekte en bevroor, ontstonden met massief ijs gevulde bulten in het landschap, omhoog gedrukt door de aardkorst. Toen het hier zo’n 12.000 jaar geleden te lande warmer begon te worden, schoven eerst de omhooggeduwde aarden lagen langs de randen van de ijskegel omlaag. Vervolgens dooiden de ijsmassa’s weg en ontstonden er diepe watergaten; de pingoruïnes. Deze vulden en dichtten zich in de tijd met veen. Dat ze nu weer open en vol water zijn komt doordat de mensen het turf zelfs in de pingoruïnes wisten uit te steken en als brandstof opstookten.
Verkaveling
De oeroude pingo’s trekken zich niets aan van de door mensen strak getrokken lijnen, hier in de vorm van een opstrekkende verkaveling. Met hun wallen en singels vormen zij een kilometers lang slagenlandschap met ontginningsstrips, afhankelijk van de grondsoort begrensd door een houtwal, elzensingel of sloot. Regelmatig ‘botsten’ de ontginningen van twee dorpen op elkaar, waardoor spitse perceelsuiteinden ontstonden waar je tot de dag van vandaag een trekker nauwelijks kunt draaien.
In het noordelijk deel van de Friese Wouden tref je hier en daar een afwijkende nieuwere kavelindeling aan: de zogenaamde blokverkaveling. In het gebied rond Eastermar daarentegen lijkt het landschap zacht te glooien en kent het onregelmatige verkaveling met hogere esakkers en veel dykswallen. De dorpen en koprompboerderijen, schilderachtige kerkjes, bijzondere lintdorpen en buitenplaatsen (hier stinzen genoemd) maken het ensemble van de Wouden compleet.
De architecten van dit landschap waren opeenvolgende generaties boeren die vanaf 1000 na Christus begonnen met ontginnen, graven, opwallen en bouwen. En opnieuw opbouwen wanneer het huis in het veen wegzakte. Net zolang totdat ze vaste grond vonden, soms bij toeval en soms expres. Wie kent nog een gebied waar boeren, zeg gerust landmannen en -vrouwen, eeuwen lang met zoveel liefde hun landstreek hebben gevormd en gediend? En hun liefde zelfs in een lied hebben gevat; het lied van de Friese Wouden.
Natuur
De natuur heeft de Friese Wouden ontdekt en gevuld met een rijkgeschakeerd gezelschap van vogels, zoogdieren, insecten, bloemen, bomen en struiken. De gekraagde roodstaart en duizenden sijsjes trekken elk jaar van Scandinavië naar het zuiden. Ook zij kennen de Friese Wouden en doen zich tegoed aan de inhoud van de elzenkatjes. De dubbelloofvaren, koningsvaren en eikvaren op de kanten en greppels van de dykswallen, en het kleine maar fijne appeltjesmos. Allemaal zijn ze onderdeel van dit behaaglijke en iconische landschap.
Kijk voor meer foto’s en informatie op https://icoonlandschappen.nl/.
Een folder over de Friese Wouden kunt u hier downloaden.
Het werk van de VNC, waaronder het benoemen van Icoonlandschappen, wordt mede mogelijk gemaakt door een meerjarige bijdrage van de Postcode Loterij.